dinsdag 11 februari 2014

Een kijkje in mijn hoofd

Nou vooruit, ik neem je even mee in mijn hoofd. Maar alleen voor deze ene keer. ;)

Laat ik voorop stellen, dat niet alles wat ik denk altijd de waarheid is, en het soms ook niet helemaal of zelfs helemaal niet realistisch is. Maar het zit in mijn hoofd, het zijn mijn gedachten. Mijn pacman poppetjes die zeuren, mijn dromen en mijn gevoel.

Ergens in mijn hoofd, zit het idee dat ik moet zorgen dat mensen mij aardig vinden. Dat ze het gezellig vinden om bij mij te zijn. En dat, als ik daar niet altijd voor zorg, mensen zomaar ineens weg gaan. Ik ben een pleaser zoals men zegt. Daarbij hoort helaas ook, dat ik daarin mezelf nog wel eens vergeet en dat ik heel erg blij en dankbaar ben, dat ik bijvoorbeeld een man heb, die voor me zorgt, op momenten dat ik dat zelf even vergeet.

En in mijn hoofd, speelt zich een spelletje af. Eentje waarvan ik nog niet zo goed de spelregels ken. Het bestaat uit een aantal rondes en iedere ronde bestaat uit een aantal acties. Dat klinkt als een heel gewoon spel, ik heb er genoeg in de kast staan, die ook zo werken. Alleen zit daar een spelbeschrijving bij en weet ik wat het doel van het spel is en wat ik als uitkomst kan verwachten. Je wint of je verliest.

Het spel in mijn hoofd gaat iets anders; Er komt iemand in mijn leven (man, vrouw, jong, oud, het maakt niet uit). We leren elkaar kennen en er ontstaat een band. Ik vind het fijn om deze persoon (of soms meerdere tegelijkertijd) in mijn leven te hebben. Maar dan komt het: Ik vind het fijn om deze persoon (of soms meerdere tegelijkertijd) in mijn leven te hebben. Mag ik even terug verwijzen naar de tweede alinea van dit verhaal. Ik moet zorgen dat ze mij ook aardig en leuk blijven vinden, want anders zijn ze zomaar ineens weg…..en daar verlies ik het spel in mijn hoofd.

Mijn vader bijvoorbeeld, kwam in mijn leven. Dat was een hele fijne tijd en een mooie tijd. Gelukkige jaren als kind, met twee ouders die gek om me waren. Papa was niet zo veel thuis, maar als hij thuis was, was alles weer goed. Maar helaas werd hij ziek, en het is inmiddels al weer bijna 24 jaar geleden dat hij overleed. Daar koos hij zelf natuurlijk niet voor, maar hij ging wel bij me weg. Was het dan niet leuk genoeg bij mama en mij? Was ik niet leuk/lief genoeg om tegen zijn ziekte te vechten en langer bij ons te blijven? Er zijn echt wel een paar jaar geweest, dat ik daar diep van binnen boos om ben geweest, en nog wel meer jaren waarin ik daarover heel verdrietig ben geweest.

Op de middelbare school, had ik een hoop mensen om mij heen. En ik kreeg mijn eerste vriendje. Ik had een hoop plezier en het was een leuke tijd. En zo van de een op de andere dag, maakte mijn vriendje het uit. (Voor een meisje dat een heel stuk jonger was). Ik had het niet verwacht. Waar ging het mis? Was is dan niet leuk genoeg? Had ik iets verkeerd gedaan?

(klein uitstapje)

Ik heb 11 maanden in Mexico gewoond. Een geweldig jaar gehad, veel mensen leren kennen en gelukkig spreek ik een aantal van deze mensen nog steeds. Ondanks dat we elkaar niet vaak zien, en eigenlijk ook niet heel veel spreken, blijft die vriendschap bijzonder. Maar er was ook een hele groep andere mensen, met wie ik veel optrok.

(terug naar het verhaal)

Toen ik terug kwam uit Mexico, kreeg ik verkering met Bart. We waren stapel gek op elkaar, hadden een geweldige tijd samen en ook apart. Bart zou voor 6 maanden gaan varen. Dit werden er uiteindelijk 3 en hij kwam weer thuis. Maar er was wat veranderd. Beide een druk leven, geen rust in de kont. Voor mij een eerste studie jaar, voor Bart een grote reis, die helaas teleurstellend was geĆ«indigd. En  wat ik ook deed, het hielp niet. Bart en ik gingen uit elkaar.


In die periode heb ik een hoop geleerd. En iemand gaf me de volgende tekst:

Als je van iets/iemand houdt,
Laat het dan gaan.
Komt het bij je terug?
Dan hoort het bij je.
Komt het  niet terug?
Dan heeft het nooit bij je gehoord.

Toen ik een telefoontje kreeg, dat Bart weer verkering had met zijn oude vriendinnetje, heb ik hem laten gaan. Tussen ons zou het dan wel niet meer wat worden. Maar dit keer verloor het spel in mijn hoofd. Bart kwam bij me terug. Hij hoort bij mij.

Een paar jaar later, kwam ik met mama en Bart terug in Mexico. Ik had mijn vrienden opgespoord en we zouden elkaar op een avond met zijn allen ontmoeten. En ik zat in het cafe, met mama en Bart, en er was niemand. We hebben gewacht, en gewacht, en er kwam niemand. Wat had ik fout gedaan?
Was de vriendschap voor mij dan zo veel anders dan voor hen? Hadden ze me in de afgelopen jaren dan niet gemist? Had ik er meer waarde aan gehecht dan zij?

Een lastige tijd volgde voor mij. Ik voelde me slecht. Zorgde slecht voor mezelf en bleef stug volhouden, dat er niets aan de hand was. Dat brak me uiteindelijk op. Ik ben naar een psychiater gegaan en heb dat bijna een jaar volgehouden. Sindsdien gaat het beetje bij beetje steeds beter met mij. Ik leer nog iedere dag over mezelf en ik verbaas me zelf nog geregeld.

Tijdens het jaar dat ik ‘onder behandeling’ was, kan ik me een telefoongesprek met mama nog heel goed heugen. We hadden het over mijn therapie en mijn gedachten en mijn angst om mensen kwijt te raken. Het was voor mij zo moeilijk om ‘nee’ te zeggen tegen mensen. En maar draaien en maar wringen.  En toen zei mama tegen me: “Lieverd, het maakt voor mij niet uit wat je doet. Ik ben het er misschien niet altijd mee eens, maar ik hou wel van je. En dat veranderd nooit.”. Die was voor mij. Er is iemand, die wat er ook gebeurd, onvoorwaardelijk van me houdt!

Een aantal jaar geleden was er een grote groep mensen om ons heen. We hadden het leuk samen, deden leuke, gezellige dingen en een aantal van deze mensen, werden me erg dierbaar. En toen veranderde er wat. De groep ging op de schop. En de mensen waar ik het meest mee optrok, en die me zo ontzettend dierbaar waren, werden langzaamaan steeds meer vreemden voor me. Ik viel uit de groep, werd  “aan de kant gezet” en kreeg uiteindelijk te horen, dat het beter was om niet meer bij elkaar over de vloer te komen. Dat we kennissen waren en meer niet. Wat had ik fout gedaan? Waarom werd ik aan de kant gezet door mensen die me zo dierbaar waren, door mensen, die ik vertrouwde (en voor wie dit bovenstaand verhaal niet nieuw is, en die wisten dat ik de “angst” had om ze kwijt te raken). Wat had ik fout gedaan??

Het spel in mijn hoofd is aan de winnende hand. Ik speel de rondes nog mee. Maar iedere ronde die ik verlies, valt me zwaar. En ook al speel ik dit spel al jaren, het verliezen wordt niet minder zwaar.




En toch, soms win ik het. Door de gesprekken die ik bij de psych en de groep mensen daar heb gehad, heb ik veel geleerd. Ik durfde weer blij te zijn met mezelf. Voorheen zocht ik steun in kleine dingen. Zo had ik altijd de armband om, die papa me gegeven had voor hij overleed. Dan wist ik, dat papa bij me was. En nu hebben ze me geleerd om op mezelf te steunen. En als ik dat niet kan, dat ik ook een ander kan vragen of ik even op hun mag steunen. Ik heb niet alleen maar mensen om me heen voor de leuke en gezellige dingen. Ze zijn er ook als ik ze nodig heb. Op het moment dat ik me dat realiseerde, gebeurde er iets geks. Ik stond onder de douche, na te denken. (Een prima plek overigens, je laat er letterlijk alles van je af spoelen) en toen ik me bedacht, dat het op dat moment eigenlijk gewoon heel goed met me ging, viel papa’s armband spontaan van mijn arm. Een schakel was gebroken. Maar voor mij was het een bevestiging, dat het echt goed met me was. Ik hoefde niet langer te steun te zoeken bij papa. Ik kon het zelf.

Na ‘de breuk’ met mijn vrienden, heb ik het weer even zwaar gehad. Ik miste de leuke dingen die we samen deden, de gezelligheid, maar vooral de mensen. Het deed pijn om ze tegen te komen. Het deed verdriet als ik ze zag, maar niets meer hetzelfde was. Er zijn twee spreuken, die ik vond, maar slecht kan zien, zonder aan hen te denken:

“Good friends are hard to find, harder to leave and impossible to forget.”

En

“Iemand missen, is zoeken naar een stukje van jezelf, dat je verloren bent.”

Uiteindelijk heb ik me er bij neergelegd. Ik heb er lange tijd verdriet van gehad. Ik heb me afgevraagd waarom. Ik heb me afgevraagd of ik er iets aan had kunnen veranderen? Wat had ik fout gedaan? Maar omdat het onmogelijk was om hier een antwoord op te krijgen, heb ik ze laten gaan. Het was fijn dat ze deel zijn geweest van mijn leven. Maar mijn leven is nu van mij.

En vandaag, heb ik weer een ronde gewonnen in het spel in mijn hoofd. Denk nog even terug aan de tekst die ik eerder schreef: Als je van iets/iemand houdt, Laat het dan gaan.
Vandaag kreeg ik bezoek. Ik kreeg de uitleg waarom gebeurd is wat is gebeurd. Ik kreeg excuses, en bovenal, ik kreeg te horen, dat het niet aan mij lag. Het kwam een klein beetje bij me terug.

Er zijn zo veel spreuken, die op dit alles van toepassing zijn. Maar eigenlijk wil ik dit spel niet meer spelen. Ik vind het namelijk helemaal geen leuk spel. Gelukkig leer ik steeds meer, dat ik zelf dingen kan veranderen. Dat ik er zelf gewoon mag zijn. Dat ik het niet altijd iedereen naar het zin hoef te maken. Ik ben wie ik ben, en ik ben zoals ik ben.

Gelukkig heb ik nog steeds een aantal hele lieve mensen om me heen. En mensen die onvoorwaardelijk van me houden. En ik ben zo dankbaar voor Bart in mijn leven en voor het geluk dat wij samen delen.  Ik ben wel voorzichtiger geworden. Ik laat mensen niet zo maar zo dichtbij komen. Ik speel het spel op een andere manier. Want ik weet dat ik zelf de spelregels mag schrijven.

Een kijkje in mijn hoofd. Dat is wat ik je beloofde. Misschien begrijp je me nu beter. Misschien ook niet. Dat maakt niet zo veel uit. Het veranderd namelijk niets. Ik ben wie ik ben. Carola.